Door op ‘Alle cookies accepteren’ te klikken, gaat u akkoord met het opslaan van cookies op uw apparaat om de werking van de website te verbeteren en het sitegebruik te analyseren. Bekijk onze Privacy Policy voor meer informatie.

HOEVEEL VAN MIJN STRAF DIEN IK EFFECTIEF UIT TE ZITTEN?

 EEN CRUCIALE ROL VOOR DE ADVOCAAT  BIJ DE UITVOERING VAN KORTE-EN LANGE GEVANGENISSTRAFFEN

 

1.    Inleiding

 

De grootste nachtmerrie voor een cliëntis om veroordeeld te worden tot een gevangenisstraf. Op dat ogenblik is er slechts één prangende vraag voor de advocaat; “Moet ik effectief naar de gevangenis?En zo ja, voor hoelang?”

 

Het antwoord hierop is niet eenvoudig.De strafuitvoeringswetgeving is de laatste decennia grondig en meermaals gewijzigd. Dit omdat de wetgever enerzijds wenst tegemoet te komen aan de maatschappelijkevisie die stelt dat opgelegde gevangenisstraffen ook effectief dienen te worden uitgevoerd en anderzijds dient rekening te houden met de overbevolking van de gevangenissen, die een realiteit is.

 

In de samenleving heerst tot op heden de misvatting dat een veroordeelde na 1/3 van de straf te hebben ondergaan automatisch vrijkomt. Dit is volstrekt foutief. Na 1/3 van de straftijd kan het verzoek tot voorwaardelijke invrijheidstelling beoordeeld worden door de strafuitvoeringsrechtbank/strafuitvoeringsrechter. Het is dus ook perfect mogelijk dat een veroordeelde zijn volledige straftijd dient uit te zweten, indien de aanvragen steeds zouden worden geweigerd.

 

Vooraf aan het verzoek tot voorlopige invrijheidstelling (hierna: VI) kunnen reeds andere strafuitvoeringsmodaliteiten zoals penitentiair verlof (hierna: PV),uitgangsvergunning (hierna: UV), elektronisch toezicht (hierna: ET) en beperkte detentie (hierna: BD) worden toegestaan.

 

 

2.     Het onderscheid tussen korte- en lange gevangenisstraffen

 

Tot op heden wordt er een belangrijk onderscheid gemaakt tussen korte en lange gevangenisstraffen.

 

Kortegevangenisstraffen betreffen de straffen waarvan het effectieve gedeelte maximaal 3 jaar is en het minimum

-        2 jaar effectieve gevangenisstraf betreft (vonnis/arrest werd uitgesproken vanaf 1/9/2022)

-       6 maanden effectieve gevangenisstraf betreft(vonnis/arrest uitgesproken vanaf 1/9/2023)

-        

Effectieve gevangenisstraffen onder de6 maanden worden aldus ook na de nieuwe strafuitvoeringswetgeving nietuitgevoerd.

 

De strafuitvoeringsrechter (hierna: SUR)oordeelt bij de zogenaamde “korte” gevangenisstraffen over destrafuitvoeringsmodaliteiten.

 

Lange gevangenisstraffen betreffen straffen waarvan het effectieve gedeelte de 3 jaren overschrijdt.

 

Let op: de ondergane periode voorlopige hechtenis is irrelevant voor de beoordeling van het regime korte of lange gevangenisstraffen. De effectieve gevangenistijd die uitgesproken werd door het vonnis/arrest is de bepalende factor.

Uiteraard zal de ondergane periode van voorlopige hechtenis wel in rekening worden gebracht voor het tijdstip waaropde verzoeker strafuitvoeringsmodaliteiten kan aanvragen.

 

Bij de lange gevangenisstraffen zal destrafuitvoeringsrechtbank (hierna: SURB) oordelen over destrafuitvoeringsmodaliteiten.

 

 

3.    Tijdstippen waarop de strafuitvoeringsmodaliteiten kunnenworden aangevraagd: de geleidelijke weg

 

 

Strafuitvoeringsmodaliteiten betreffengeen automatisme; ze dienen op eigen verzoek te worden aangevraagd.  Er is een belangrijke rol weggelegd voor de advocaat om toelichting te geven aan de cliënt omtrent de finaliteit van de verschillende strafuitvoeringsmodaliteiten.

 

·      Korte gevangenisstraffen

 

De veroordeelde kan onmiddellijk een verzoek tot UV of PV indienen. Wat de andere strafuitvoeringsmodaliteiten betreft, wordt naar het onderstaande schema verwezen:

 

Uitgesproken straf (zonder  voorhechtenis)

Tijdsvoorwaarden VI/VLV                                                                                                             Tijdsvoorwaarden ET/BD

3 jaar

Mogelijk na 1 jaar (1/3)                                                                                                                Mogelijk vanaf 6 maanden 

 

 

30 maand

Mogelijk na 10 maanden (1/3)                                                                                                    Mogelijk vanaf 4 maanden

 

 

2 jaar

Mogelijk na 8 maanden (1/3)                                                                                                     Mogelijk vanaf 2 maanden

 

18 maand

Mogelijk na 6 maanden (1/3)                                                                                                     Mogelijk onmiddellijk

 

1 jaar

Mogelijk na 4 maanden (1/3)                                                                                                    Mogelijk onmiddellijk

 

6 maand

Mogelijk na 2 maanden (1/3)                                                                                                    Mogelijk onmiddellijk

 

 

Wanneer de effectieve gevangenisstraf de 18 maanden niet te boven gaat, kan de directeur oordelen dat de veroordeelde in aanmerking komt om zijn ET/BD aan te vragen vanuit vrijheid. (Deze mogelijkheid werd door de wetgever uitgesloten voorveroordeelden van seksuele- of terroristische misdrijven.)  De strafuitvoering zal in die situatie wordenopgeschort. De veroordeelde dient dan binnen een termijn 15 dagen de aanvraagm.b.t. een strafuitvoeringsmodaliteit (met stavingstukken) in te dienen bij degriffie van de SUR.

 

 

·      Lange gevangenisstraffen

 

 

VI

Kan toegekend worden door SURB na 1/3  van het straftotaal.

Verzoek hiertoe kan door de veroordeelde  ingediend worden 6 maanden voorafgaand aan de toelaatbaarheidsdatum.

ET/BD

Kan toegekend worden door de SURB 6  maanden voor VI.

Verzoek hiertoe kan door de  veroordeelde ingediend worden 4 maanden voorafgaand aan de  toelaatbaarheidsdatum.

PV

Kan toegekend worden door de DDB 1  jaar voor VI.

UV

Kan toegekend worden door de DDB 2  jaar voor VI.

 

 

4.     Het reclasseringsdossier: een goede advocaat maakt het verschil

 

Opdat een verzoek tot eenstrafuitvoeringsmodaliteit kans maakt op slagen, dient een reclasseringsdossiervoorhanden te zijn.

 

Een advocaat kan de cliënt bijstaan bijde uitwerking van de reclassering. Het is belangrijk om stukken voor te leggendie een nuttige dagbesteding aantonen, waardoor het risico op nieuwe strafbarefeiten geneutraliseerd wordt.

 

De problematiek die aan de basis lagvan gepleegde strafbare feiten, dient te worden aangepakt. De onderliggende oorzaakkan bijvoorbeeld bestaan uit financiële problemen of een verslaving. Het is indie omstandigheden belangrijk dat er een concreet plan inzake therapie/behandeling/opvolgingvoorligt, opdat recidive vermeden wordt. De advocaat kan een belangrijke taakvervullen in de contacten met de hulpverleners, de (potentiële) werkgever, de familieleden,etc.

 

Nadat de veroordeelde een aanvraag toteen strafuitvoeringsmodaliteit heeft ingediend, zal er een gesprek tussen deveroordeelde en de psychosociale dienst van de gevangenis worden georganiseerd.De psychosociale dienst zal vervolgens een verslag opmaken met het oog op deaangevraagde strafuitvoeringsmodaliteit. De psychosociale dienst speelt een uiterstbelangrijke rol binnen de opbouw van het reclasseringsdossier. Zo zullen zijdesgevallend aanmeldingen doen bij justitiële hulpverleningsorganisaties.

 

Bovendien kan de directeur van degevangenis het justitiehuis gelasten om een maatschappelijke enquête uit tevoeren op de potentiële verblijfplaats, alwaar de verzoeker zal verblijventijdens de uitvoering strafuitvoeringsmodaliteit.

 

Het is aangewezen dat een advocaat kwaliteitsvolle communicaties onderhoudt met de actoren in de strafuitvoering teneinde te achterhalen of er eventueel nog bezorgdheden zijn inzake de reclassering, zodat deze punten vooraf aan de beoordeling van de SURB/SUR kunnen wordenweggenomen.

 

De bijstand van een advocaat tijdens de fase van de strafuitvoering kan levensbepalend zijn voor een cliënt en bestaaterin om de cliënt op een verantwoorde wijze, via een geleidelijke weg, opnieuwin de maatschappij te krijgen.

 

 

5.     Beoordelingvan de aanvraag: de procedure

 

De beoordelingscriteria voor de al dan niet toekenning van een aangevraagde strafuitvoeringsmodaliteit zijn wettelijk bepaald.

 

Dit werd onlangs nog eens bevestigd door het Hof van Cassatie in het arrest van 16 april 2024. Het Hof van Cassatie oordeelde in dit arrest dat illegaal verblijf in België geen wettelijke reden is om de gevraagde strafuitvoeringsmodaliteit (in casu elektronischtoezicht) af te wijzen. Deze redenering kan worden doorgetrokken: de wet schrijft bij geen enkele strafuitvoeringsmodaliteit illegaal verblijf als beoordelingscriterium in. Hieruit mogen we afleiden dat ook niet-Belgen in beginsel elke strafuitvoeringsmodaliteit kunnen aanvragen.

 

5.1 De ontvankelijkheid van de aanvraag

 

Vooreerst dient beoordeeld te worden ofde aanvraag van het verzoek ontvankelijk is, d.w.z. aan de tijdsvoorwaardevoldoet. Indien het verzoek ontvankelijk is, zal er ten gronde wordengeoordeeld over de aangevraagde strafuitvoeringsmodaliteit.

  

5.2 Uitgangsvergunning en penitentiair verlof

 

Uitgangsvergunningen zijn bedoeld om de verzoeker de mogelijkheid te geven om de reclassering voor tebereiden.

Penitentiair verlof heeft tot doel de familiale, affectieve en sociale contacten in stand te houden of te bevorderen en om de sociale re-integratie voor te bereiden.

 

Als toekenningsvoorwaarde legt de wet op dat er geen gevaar mag zijn voor 1) onttrekking, 2) het plegen van ernstige feiten of 3) het lastigvallen van slachtoffers. Bovendien moet de gedetineerde akkoord gaan met de opgelegde voorwaarden. Voor PV is het bovendien belangrijk dat er een positieve maatschappelijke enquête voorligt omtrent het opvangmilieu, waarbij de verzoeker zal verblijven tijdens het verlof.

 

Een verzoek uitgangsvergunning (UV) of penitentiairverlof (PV) dat vanuit de gevangenis wordt aangevraagd, wordt beoordeeld doorde dienst detentiebeheer (DDB). De directeur heeft een maand te rekenen vanafde aanvraag om een advies op te stellen. De DDB maakt haar beslissing binnen de14 dagen na ontvangst van het dossier. Bij weigering kan er een nieuwe aanvraagpas worden ingediend ten vroegste 3 maanden na de weigering.

Zoals supra aangegeven; indiende veroordeelde in de procedure van de korte gevangenisstraffen de modaliteiten kan aanvragen vanuit vrijheid, wordt het verzoek tot PV/UV rechtstreeks gerichtaan de SUR, die hierover zal oordelen.

 

 

5.3 BD/ET/VI/VLV

 

Het elektronisch toezicht is een wijze van uitvoering waarbij de veroordeelde zijn vrijheidsstraf buiten de gevangenis ondergaat volgens een bepaald uitvoeringsplan waarbij de naleving onder meer door elektronische middelen wordt geconfronteerd.

 

De beperkte detentie laat de veroordeelde toe om op regelmatige wijze de gevangenis te verlaten voor een bepaalde duur die niet langer mag zijn dan 16 uren. Het laat de veroordeelde toe om zijn familiale, opleidings- of professionele belangen te behartigen die zijn aanwezigheid buiten vereisen.

 

De voorwaardelijke invrijheidstelling is een wijze van uitvoering waarbij de veroordeelde zijn vrijheidsstraf buiten de gevangenis ondergaat mits naleving van de voorwaardendie hem gedurende een bepaalde proeftijd worden opgelegd.

 

Voorlopige invrijheidsstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied betekentdat de verzoeker wordt vrijgelaten en het Belgische grondgebied dient te verlaten. De verzoeker krijgt evenwel voorwaarden opgelegd die moeten wordennageleefd tijdens de proefperiode. Deze modaliteit wordt logischerwijze in beginselaangevraagd door niet-Belgen.

 

 

Als toekenningsvoorwaarden bepaalt dewet:

 

-       Voor BD/ET/VI: Vooruitzichten hebben op socialereclassering (dagbesteding, woonst, begeleiding,)

-       Geen tegenaanwijzingen op het plegen van nieuwe ernstigefeiten

-       Geen tegenaanwijzingen dat de veroordeelde slachtofferszou lastigvallen

-       Houding van de gedetineerde ten aanzien van deslachtoffers van de misdrijven die tot zijn veroordeling hebben geleid.

-       Inspanningen tot vergoeding van de burgerlijke partijen

-       Voor ET en VI: verblijfplaats absoluut noodzakelijk

 

 

·       Lange gevangenisstraffen

 

Bij lange gevangenisstraffen zal de SURB een zitting organiseren om de toekenning van de aangevraagde BD/ET/VI/VLVte beoordelen.

 

Voor ET/BD is er een termijn van 2maanden voor advies van de directie. Bij VI/VLV heeft de directie 4 maanden detijd.

 

Vervolgens volgt een gemotiveerd adviesdoor het openbaar ministerie binnen de maand.

 

De SURB behandelt het verzoek uiterlijk 6 maanden na het indienen van het verzoek.

 

De beslissing wordt genomen binnen de 14 dagen na het in beraad nemen van de zaak.

 

Indien de gevraagde modaliteit nietwordt toegekend, bepaalt de SURB in het vonnis de datum waarop de veroordeelde een nieuw verzoek mag indienen.

 

Aan de toekenning worden nog algemeneen bijzondere/geïndividualiseerde voorwaarden gekoppeld.

 

 

·       Korte gevangenisstraffen

 

Bij de korte gevangenisstraffen zal de SUR oordelen over de toekenning van de aangevraagde BD/ET/VI/VLV. De procedure bij de SUR is in de regel volledig schriftelijk. Uitzonderlijk kan de SUR oordelen om de verzoeker te horen en aldus een zitting organiseren. De SUR is een alleenzetelende rechter die zal oordelen.

 

Indien de modaliteitvanuit vrijheid kan worden aangevraagd, is er geen adviesvan de Directie.

Het OM heeft de mogelijkheid (niet verplicht) om binnen de 10 werkdagen, vanaf het verstrijken termijn veroordeelde om dossier neer te leggen, om advies te verlenen.

Binnen de maand na de termijn van de veroordeelde om dossier neer te leggen neemt de SUR een beslissing.

 

Wanneer de aanvraag gebeurt door een veroordeelde vanuit detentie, zal de directie wel advies verlenen. De directeur brengt binnen een maand na de ontvangst van het afschrift van het schriftelijk verzoek van de veroordeelde een advies uit over al dan niet toekennen van de gevraagde strafuitvoeringsmodaliteit.

Bij zedenfeiten dient het advies van de directeur in principe vergezeld te zijn van een gespecialiseerd advies van een persoon of dienst die gespecialiseerd is in de diagnostische expertise van seksuele delinquenten.

Bij terroristische misdrijven dient het advies van de directeur in principe vergezeld te zijn van een verslag van een dienst of persoon die gespecialiseerd is in de problematieken verbonden met hetterrorisme en het gewelddadig extremisme.

Het advies van het OM is ook hier facultatief en onderhavig aan de termijn van 10 dagen na ontvangst van het advies van de directeur. De SUR doet uitspraak binnen de maand na het adviesvan de directeur van de gevangenis of na advies van het OM of na termijn voor advies van OM overschreden is.

 

6.     Vonnis vande SUR/SURB

 

Tegen een beslissing van de SUR/SURB kan geen hoger beroep worden aangetekend.

Er kan wel cassatieberoep worden aangetekend binnen een termijn van 5 dagen, te rekenen vanaf de uitspraak van het vonnis.

 

Het OM/parket stelt het cassatieberoep in binnen eentermijn van 24 uur, te rekenen van de uitspraak van het vonnis.

 

Tegen een beslissing van de SUR/SURB over de toekenning PV of UV kan geen cassatieberoep worden aangetekend.

Werd u veroordeeld tot een gevangenisstraf en heeft u vragen over de uitvoering?

Neem dan gerust contact op met onze specialisten!

Lees meer via deze link
Contacteer ons

Strafrechtadvocaat nodig?

Team SUE staat voor u klaar.

contacteer ons